Hoedenmal 'conformateur'
- Vervaardiger: Allié Maillard
- Datering: 2de helft 19de eeuw
- Plaats: Parijs, Frankrijk
- Collectie: Geschiedenis van de Geneeskunde
Wie is Jules Van Biervliet?
Jules Van Biervliet (1859-1945) is de eerste hoogleraar psychologie aan de Gentse universiteit. In 1891 richtte hij in Gent het Laboratorium voor Experimentele Psychologie op, in een tijd waarin de psychologie loskomt van de filosofie en ‘verwetenschappelijkt’. Deze ‘conformateur’ of ‘schedelmeethoed’ maakt deel uit van zijn collectie wetenschappelijke instrumenten.
Wat is een craniometer?
Een craniometer is een toestel dat de schedelvorm en de onregelmatigheden in het schedeloppervlak van een mens opmeet. Craniometers kunnen variëren van simpele toestellen die de basis hoofddiameter meten tot meer ingewikkelde instrumenten die in staat zijn om de volledige schedel in kaart te brengen. Deze hoed behoort tot de laatste categorie.
Hoe werkt deze craniometer?
Deze ‘hoed’ werkt via een priksysteem. De proefpersoon zet de hoed op zijn hoofd. Vervolgens worden alle afzonderlijke staafjes zo dicht mogelijk tegen de schedel aan geschoven. Boven op elk staafje staat een scherpe pin. Als de hoed correct past wordt het ’deksel’, met onderaan een laag kurk, naar beneden gelaten. De pinnen boren zich in de kurk en laten een afdruk na van de schedelvorm en onregelmatigheden in het schedeloppervlak van de proefpersoon.
Waarom schedels meten?
Schedelmetingen werden rond de eeuwwisseling vooral toegepast bij antropologisch en etnologisch onderzoek, o.a. voor het vastleggen van raciale kenmerken. Maar de belangstelling hiervoor dateert van vroeger en bereikte een hoogtepunt in het begin van de 19de eeuw met de ontwikkeling van de frenologie door Frans Joseph Gall. Deze leer stelt dat aanleg, karakter en gedrag bepaald worden door de ontwikkeling van de hersenen, en dat deze afgeleid kunnen worden uit de vorm van de schedel.
Hoe ‘meten’ we de hersenen vandaag?
Psychologen en neurowetenschappers zoeken tot op vandaag naar een verband tussen de activiteit van bepaalde regio’s in de hersenen en de verrichting van specifieke taken (waarneming, motoriek, cognitieve functie). De frenologie heeft een historische plaats in deze zoektocht omdat onderzoek heeft uitgewezen dat er geen correlatie bestaat tussen de vorm en maat van de schedel en de ontwikkeling van de hersenen.