Verlostang
- Vervaardiger: Jan Palfyn (uitvinder)
- Datering: 1723 (uitvinding)
- Collectie: Geschiedenis van de Geneeskunde
Wie is Jan Palfyn?
Jan Palfijn (1650-1730) was een bekend chirurgijn en verloskundige. Zijn naam is voor altijd verbonden aan de door hem ontwikkelde verlostang. Hij is geboren in Kortrijk en volgde een opleiding tot chirurgijn in het Gentse Bijlokehospitaal. Daarnaast was hij ook leraar in de anatomie en chirurgie.
Wat is het belang van de verlostang geweest?
Deze “ijzeren handen” – zoals Palfijn ze noemde – hebben enerzijds het leven van heel wat kinderen en moeders gered. Anderzijds heeft dit instrument ook de ‘tweederangspositie’ van de vroedvrouw mee helpen bepalen. In de 18de eeuw gold de opvatting dat medische instrumenten “thuishoren in de handen van de heelmeester”, waardoor steeds meer mannen de rol van vroedvrouwen overnamen.
Hoe wordt een verlostang gehanteerd?
Een verlostang bestaat altijd uit twee gebogen delen of ‘lepels’. Beide delen worden afzonderlijk rond het hoofd van het kind gebracht en daarna aan elkaar geklikt. Als de arts er zeker van is dat de tang goed zit en niets forceert, trekt hij/zij zo langzaam en voorzichtig mogelijk het hoofd van het kind tevoorschijn. De verlostang kan alleen gebruikt worden wanneer het kind al voldoende is ingedaald.
Was Palfijn werkelijk de uitvinder van de verlostang?
Ongeveer een halve eeuw voor Palfijn, ontwikkelde de Britse arts Peter Chamberlen (1601-1683) eigenlijk de eerste verlostang. Maar na een fout gelopen demonstratie, waarbij moeder en kind omkwamen, hield hij zijn uitvinding geheim. In stilte heeft hij verder gewerkt aan het ontwerp. Het valt op dat Chamberlens ‘gevensterde lepels’ meer aangepast zijn aan het hoofd van een kind dan die van Palfijn. Dit druist in tegen het verhaal dat hij zijn instrument zo lang geheim hield uit winstbejag.